mirjam@mieras.nl
mirjammieras.nl

jeugd

Van erkers, kasten en trappen maakten we torenkamers, schatkisten en wilde rivieren. De zolder was een doolhof van volle koffers, dekens en schilderijen, de kelder was een Wunderkammer van schroeven in potjes, conservenblikjes met verschoten wikkels en andere vergeten voorraden. Het rook er naar het gestreepte luchtbed en de verspochte tenten. De kindertijd van mijn broer, zusjes en mij bestond uit avonturen in en rond het-huis-met-de-tuin.

academie

Bij aanvang van het studiejaar hield directeur Beljon een toespraak over kunst en kunstenaars. Op het schoolbord had hij een gedicht van Emily Dickinson geschreven dat hij voordroeg en interpreteerde. Wat ik er, als eerstejaars aan de kunstacademie, van onthield was de naam van de dichteres en twee woorden uit het gedicht: clover en revery. Beide woorden kende ik niet en van Beljon’s rede over het onnoembare in de kunst begreep ik niets. Alleen Beljon’s liefde voor Emily bleef mij van die eerste ochtend bij.

verliefd

Ik fietste, half blind door de regendruppels op mijn bril, langs de huizen aan de gracht en keek, terwijl ik de plassen op straat omzeilde, bij de welgestelden naar binnen toen ik een schilderijtje zag. In die halve seconde werd ik verliefd op het fijnzinnig contrast tussen de gouden lijst met krullen en het linnen met streng patroon van zwarte en witte vierkanten. Ik begreep dat op dit schaakbord zelfs grootmeesters verdwalen omdat het maar een half schaakbord is, met twee lange en twee korte zijden.

colofon

website: Mark Kocera

links