bespottelijke berg spullen
Op het balkon hangt de binnentent over de reling te drogen, de buitentent hangt binnen over een deur. Het grondzeiltje duw ik voor de derde keer in een emmer schoon water. Mijn opgeruimde woning die ik gisterenavond binnenliep, is een ravage nu twee huishoudens elkaar kruisen en ik de tijd neem om die chaos te observeren.
De wandeling van Maastricht naar Amsterdam lopen we via de camping met het geweldige sanitair, de camping met de dubbele douche, de keuvelcamping, de zorgboerderij met camping, de beste boerencamping van vorig jaar, de camping in de bocht van de Maas, de camping met de tegeltjes, de familiecamping met de eekhoorn, de camping met de 40 grijze tentjes, de patatcamping, de natuurcamping, de criminelencamping, de camping van de bioloog, de camping met de hartelijke ontvangst, de camping in de boomgaard met schapen, de camping met het schoolreisje. Campings bepalen de lengte van onze etappes, de laatste is de langste; na 47 km ben ik thuis.
Als ik het stof van Ter Aar, Aalsmeer en het Amsterdamse Bos van mijn bergschoenen borstel, besluit ik de veters te wassen en wurm ze uit de veterhaken. Zonder die twee dikke draden is lopen onmogelijk en zou ik nooit elke avond een camping hebben bereikt. Terwijl campinggasten toekijken moet je je op zo'n plek, soms verlopen en soms piekfijn, zien te redden tot de volgende ochtend.
Mijn lief en ik detoneren in de dorpen, VINEX-wijken en stadjes. Rugzak, bergschoenen en verschoten wandelkleding maken ons zonderling. Boven mijn hoofd houd ik de zilverkleurige paraplu die dienst doet als parasol. Er wordt gegniffeld. Zie ik er uit als een buitenaards wezen? We oogsten spot: Hé, verwachten jullie regen? Een enkeling herkent in mijn paraplu de parasol die een schaduw werpt in de hitte. Ingeklapt blijkt de plu/sol ideaal om muggen weg te slaan en door hoog, vochtig gras is het de plu/sol die, als een sneeuwschuiver, het pad begaanbaar maakt.
Ons wandelhuishouden is efficiënt als de plu/sol, veel voorwerpen hebben meerdere functies. Het afgeschaalde huishouden ziet er armoedig uit maar is een weelde. Het fornuis is een ring van verenstaal waar we water op verhitten. De voorraadkast is een zak met daarin brood, aardappelpuree, Snickers, couscous en een plastic pot met schroefdop voor tomaatjes. Onze avondafwas bestaat uit een zakmesje, een tweedelige container van plastic en een lepel van titanium. Doe de lepel en het mesje in de container, vul de container met water, doe er een druppel zeep bij, sluit de container, schudt, open de container, spoel alles na met water, afdrogen is niet nodig. De combinatie van spullen geeft soms verrassende mogelijkheden, toen we de trein naar Maastricht namen, wist ik nog niet dat ik een afwasmachine bij me had. De pot voor de tomaatjes past er precies in.
Thuis valt me op hoe mooi de spullen in mijn keuken zijn, met de nieuwe blinkende thermoskan als kroonjuweel. Ze past bij de stoere keukenspullen van RVS. Ik was haar tijdens de vakantie compleet vergeten en zet meteen water op voor thee. Op de vloer in de woonkamer liggen de sjofele vakantiespullen, hún schoonheid zit anders in elkaar. In het gebruik geselecteerd op gewicht, volume en nut. Elk onderdeel van de uitrusting is perfect maar alles samen oogt als een bespottelijke berg spullen.
De eerste dag thuis ga ik de straat niet op. Ik ontbijt met oud brood uit Schoonhoven. In de keukenkastjes scharrel ik ingrediënten bij elkaar voor lunch en diner. Het wandelhuishouden loopt naadloos over in het stadse huishouden als ik de verfomfaaide vakantie-Snickers in de servieskast op een schoteltje leg.