radar

Plotseling staat de stad vol bomen; ontroerende platanen op het Museumplein, stakerige populieren bij het van Heutz-monument, een mooie magnolia op de Pieter Lastmankade. Ik bekijk in het voorbijfietsen stam en wintertakken op volume, wetmatigheid en constructie, soms stap ik af en loop een rondje om de stam.
Toen ik op kamers ging zocht ik mijn bed op straat. Twee pallets, was het idee, vormen samen een twijfelaar. Het eerste pallet vond ik zonder zoeken, mijn radar stond op pallet, ik zag ze uit mijn ooghoek bij de kraak staan terwijl ik een straat in sloeg. Maar een tweede vinden die naadloos op de eerste aansloot kostte dagen. Uiteindelijk sliep ik redelijk comfortabel in mijn juttersbed.
Op zoek naar graveerkopjes voor de Proxxon fiets ik ijzerhandels af totdat ik er voldoende heb om de klus te klaren. Ik ga mijn hele verzameling langs: Evert Bruijnesteijn, Gunters & Meuser, de Haan, Meulens, Zuid, Aalsmeer. Het zijn oogstrelende pakhuizen vol vindingrijkheid. De graveerkopjes krijg ik mee in een papieren zakje. Op het ene staat: U kent ons toch!, op het andere: Uw klus, ons vak.
Nu ik in het atelier werk aan een klein boompje in klei interesseer ik me plotseling voor takken en twijgen. De radar staat nog altijd op pallets en ijzerhandels maar nu ook op bomen. De hele stad is weer anders dan anders.
