draaiorgel

Het draaiorgel dat op zaterdag steevast rond het middaguur zijn kunsten vertoont in de straat waar ik woon, is oorverdovend. De deuntjes en dansjes dringen vrolijkheid op, houten poppen slaan in de maat op bellen en trom, de eigenaar rammelt met zijn centenbak op de eerste tel en de muziek is kordaat als de kleuren van het orgel.
Gelukkig is de beproeving van korte duur. De muziek dendert slechts kort door de straat, de kamer, de emmer met sop. Meestal leg ik op dit uur van de zaterdag de laatste hand aan de schoonmaak. Is het gevaarte eenmaal voor mijn huis aangekomen, dan mop ik driftig in de maat.
Het draaiorgel is enigszins te harden als ik muziek op heb staan, als tonen, ritmes, maten, stijlen en melodieën botsen. Na twee liedjes en één aria start de man met de centenbak de motor en rijdt het orgel naar elders. De wonderlijke samenklank ebt weg.
Het pianolamuseum in Amsterdam organiseert concerten en rondleidingen. In het voormalige postkantoor aan de Westerstraat staat een bijzondere collectie piano’s die uit zichzelf spelen. De ontwikkeling van deze vernuftige mechanieken is ontroerend. Beroemdheden als George Gershwin en Scott Joplin speelden ooit de muziek die via papieren rollen is vastgelegd. Hún toucher klinkt wanneer de toetsen als door een wonder worden ingedrukt en er onder de hamertjes vandaan een aanstekelijke ragtime tuimelt. Een variant op de pianola is de voorzetmachine die een gewone piano of vleugel via de toetsen bespeelt.
Bij mijn bezoek aan het pianolamuseum waagde ik het te vragen de voorzetmachine te combineren met de pianola en twee rollen tegelijkertijd uit één instrument te laten klinken. Aan mijn verzoek werd met tegenzin gehoor gegeven. Kort klonk er een weergaloze chaos.
