ingrijpen

Het orgel in de kathedraal van Helsinki wordt gestemd. Ergens tussen de pijpen is iemand bezig de juiste toonverhouding terug te vinden. De kortste orgelpijpen zijn aan de beurt. Een van de twee schrille tonen loopt oorverdovend in op de afstand die hen scheidt. De kleine secunde vermagert en zwelt weer aan. Het vinnig janken van het interval maakt de onbetamelijke dissonant aantrekkelijk als smijten-met-deuren.
Een kassabonnetje van de kantoorboekhandel voor ordners, mesjes en enveloppen staat gespannen tussen duimen en wijsvingers en treft doel op de prikker. De reeks bonnetjes wordt om de drie maanden uit hun willekeurige opeenvolging gehaald door het stangetje van zijn hamerslagsokkel te draaien en de papiertjes van de pin te schuiven. Aansluitend begint het op volgorde leggen, sorteren, perforeren, opbergen in ordners, inschrijven in het tabellarisch kasboek. Al deze brave, tijdrovende handelingen worden gelukkig voorafgegaan door dat ferme, wrede gebaar waarmee het bonnetje onderdeel wordt van een systeem. Zelden ontspringt een bonnetje het ritueel.
Aan de keukentafel winnen de kinderen van hun moeder het dispuut over hartig- en zoetbelegde boterhammen. Omdat zij haar zover hebben dat pindakaas onder hartig valt, is het probleem van de eerste-hartige-boterham opgelost. Na een boterham met pindakaas, smeren en strooien ze naar hartenlust met zoet en schromen niet het middelste hapje van elkaars bord te stelen.
Een ingreep is per definitie agressief. In handelen schuilt een mengeling van nijd en genoegen. Zorgvuldig inschatten van de gevolgen is geen garantie dat de inschatting juist is.
De slag aan de keukentafel breidde zich uit toen de boterhammen met worst of kaas van de baan waren. Het middelste hapje, zonder korst, was nu vanaf de eerste boterham vogelvrij. Het kon alleen veilig gesteld worden door er meteen na het smeren een vork in te prikken en op te eten. Het lekkerst-voor-het-laatst-bewaren had geen zin.
Handelen, al is het maar het vastpinnen van bonnetjes die niet zoek mogen raken, stelt tevreden. Voornemen, uitdenken, nuanceren, betwijfelen en overwegen gaan er aan vooraf. Handelen biedt kans tot mislukking. Het stemmen van de orgelpijpen doorloopt een traject van nadering en verwijdering. De juiste toon is slechts één van de mogelijkheden.
Altijd vraagt een inschatting om bijstelling want de inschatting en de uitvoering zijn zelden gelijk. Zo houden de fouten in het tabellarisch kasboek zich ieder kwartaal op een nieuwe plek op. Er zijn verschrijvingen, fouten in de optelling, portemonnee-uitgaven die als giro-uitgaven te boek staan. Met potlood en gum stel ik orde op zaken tussen de blauwe en rode lijnen, telkens benieuwd waar de fout zich schuilhoudt.
Twee broers krijgen ieder een reep chocolade. De oudste broer, hij is twaalf, schrokt zijn reep meteen op en overweegt aanspraak te maken op de reep van zijn broertje. Het is niet de eerste keer. De jongste jongen heeft een manier gevonden om zijn chocolade veilig te stellen. Hij schuift de wikkel weg, vouwt het zilveren papier open en pakt de reep. Met zijn tong glijdt hij over de sleuven van de voorkant en de gladde achterkant. Hij legt de reep terug op tafel en verlaat de kamer. De oudste broer is aan zet.
