moeraspluimpjes

zaterdag 13 mei
Mark stelt om 5.00 uur voor om op te staan, het gaat alleen maar harder waaien, hij deed geen oog dicht. Aankleden doen we bijzonder snel: we lagen gekleed en in regenbroek in de slaapzak voor als de tent het niet zou houden. Om 5.45 uur lopen we, ontbijten later. Zon. Om 9.00 uur zijn we in Byrness, drinken thee bij Joyce en Collin, tegen 10.00 uur richting zuid. Langs bospad, lunch, modderpad, regen, hagel, moerashei met horizontale sneeuw (2x), 2 dooie spitsmuizen. Natte hei met lage zon. Mooie herenboerderij met 3 zwarte lammetjes. Aankomst in Bellingham 18.00 uur. Boerderijcamping. Sokken wassen, diner in The Cheviot Hotel: vis. Sokken drogen op de radiator van het damestoilet.
Loop je de Pennine Way zoals het hoort van zuid naar noord, dan wacht je aan het einde van de tocht in The Border Hotel van Kirk Yetholm een pint of ale. Iedereen die de tocht van 412 km volbrengt krijgt bier en mag het gastenboek tekenen. Een bewijs vraagt men de wandelaar niet, ze nemen genoegen met stoere verhalen, modderschoenen en een vermoeide blik. De hele tocht, van Edale tot Kirk Yetholm, heb je gewoonlijk de wind in de rug.
Je kan ook starten in Kirk Yetholm en er op gokken dat de wind draait en je verheugen op de bakker van Bellingham die binnen twee á drie dagen te bereiken is. De tocht van noord naar zuid gaat de eerste twee dagen over de zompige heuvels van The Cheviot. Het landschap stelt je op de proef, het is grijs en bars zonder ontsnappingsroutes. Raak je het pad kwijt dan ben je nog niet jarig.
De moeraspluimpjes wuiven in de wind. Op de toppen van de moors ligt sneeuw, misschien haal je het in een fikse dagtocht tot Byrness. Daar is een dozijn huizen, een verlaten tankstation, een camping en de herberg van Collin en Joyce.
We liepen de Pennine Way in 2011 van zuid naar noord in 17 dagen en in 2013 van noord naar zuid in 16 dagen.
Tot onze bagage behoren drie stafkaarten. Op de keerzijde van de kaart staat ons dagboek van Pennine Way 1. Elke dag beslaat een vlak tussen de vouwen van de detailed waterproof map en is beschreven met een watervaste stift. We lopen met een summiere uitrusting maar hebben toch het dagboek van de vorige tocht bij ons. Luxe die niets weegt en geen ruimte inneemt is de beste.
Op 3 september waren we bij de bakker van Bellingham lees ik in het dagboek. Inkopen bij bakker: 4 x scone, 8 x flapjack, 1 x bruin, 2 x cheese & onion. We verlaten met het lekkers de bewoonde wereld via een mooie bergwei met koeien en een stier, doorkruisen hei, grasland, blubberbos en komen via een eindeloze grintweg aan in Byrness.
Mijn lief claimt dat de douche van de camping van Byrness de beste van zijn leven is.
Ik beschreef alle dagen van beide tochten op die 24 × 11,5 cm. De zinnen zijn kortaf omdat oponthoud niet past bij een voettocht. Wat toen in haast werd opgeschreven spreekt nu de herinnering aan. De tocht weet ik weer tot in detail; de nieuwsgierige lammetjes rond de tent in de storm, het duister in de Mountain Refuge Hut van Yarning Saddle, de strak geordende winkelkast bij Collin en Joyce, het stof achter de radiator van The Cheviot Hotel waar we wasgoed te drogen hingen. Ik weet weer dat de sokken nog klam waren toen we vertrokken.
Het dagboek van Pennine Way 2 staat geschreven onder het dagboek van Pennine Way 1. Er zit tussen de beide dagboeken een verwarrende discrepantie in de volgorde van dagboek en route. In het midden van de middelste kaart kruisen de twee voettochten elkaar, ergens tussen Middelton in Teesdale en Dufton.
Als je de Pennine Way voor een derde keer zou lopen, vraag ik mijn lief, kies je dan voor zuid-noord of noord-zuid?
Mijn lief wikt en weegt en kiest voor noord-zuid. Hij vertrouwt erop dat de wind weer draait en heeft een heel lijstje van verbeterpunten in zijn hoofd. In elk geval wil hij niet nog eens een nacht in een klapperend tentje tussen de schapen van Chew Green. Hij zal minstens 12 flapjacks inslaan bij de bakker van Bellingham. We hebben de Pennine Way in onze zak, denken we.
zaterdag 18 mei
Op om 6, het regent. Mark ziet in regen en mist geen belemmering om High Cup Nick te doen vandaag. We vouwen de tent op in het bushuisje, ontbijten en spreken kort over het weer met een meneer met een hond die zijn krant ophaalt in het bushok. ‘Cross the river carefully’.
We klimmen snel tot Nick en zien niets van het spektakel, alleen mist en regen. De route over de moors en langs danger area is een waterballet: watervallen, ondergelopen pad, meertjes, natte zompigheid en geen teken van leven tot 12 uur: een boerderij met een kolkende rivier over het erf. Ik zie op tegen de afdaling langs de waterval en de steile oevers van de gezwollen woeste rivier en noem de mogelijkheid van de asfaltweg na de stuwdam.
Mark valt op zijn arm en geeft de afdaling langs de waterval op. We nemen de veilige weg langs talloze riviertjes, pikken de PW weer op bij High Force. De route langs de Teese is nat en wordt de pas af gesneden door waterballet in weiland. We vinden een alternatieve weg: asfalt. Nemen een kamer in Hotel Teesdale, nemen een bad, een maaltijd, een kaasplank.
